14 juni 2024

22-Willis Creek

Willis Creek is een slotcanyon. Slotcanyons zijn de afvoergoten van het rotsachtige landschap hier. Er is weinig dat regenwater kan vast houden. Toch kan dit kale en hete woestijnlandschap toch geregeld een zware onweersbui over zich heen krijgen. Rangers waarschuwen er voor: zwaar onweer, heftige bliksem en heel veel water in korte tijd. Als zo'n bui je overvalt is onderkoeling een reƫel gevaar. Het meeste water loopt over de rotsen naar het laagste punt: een slotcanyon. Met het water stromen klei, zand, stenen, dode bomen en dieren mee. In de loop van de eeuwen worden slotcanyons zo uitgeslepen en gepolijst tot prachtige vormen. Als er na zo'n regenbui een flashflood is, wil je niet in een slotcanyon zijn.

Slotcanyons zijn er in diverse categorien: technische- en niet technische. Bij een technische slotcanyon heb je allerlei klimgereedschap en touwen nodig. Pools zijn gevaarlijke plekken. Door de eeuwenlange polijstwerking zijn de randen glad en taps als een trechter. Val je er in, dan kom je er niet alleen meer uit. Verder zijn grote rolkeien riskant, zoals de film 39 1/2 uur, over een jonge man die met zijn arm vast kwam te zitten, alleen in een slotcanyon. Uiteindelijk sneed hij zijn eigen arm af en overleefde. Goed, dat was even een smaakmaker

We zijn die ochtend weer om half zes opgestaan. De tent was beter opgezet en we hadden het niet koud, ondanks de ochtendkilte.  Op de camping is het dan nog koud. Pas als de zon boven de rotsen uitkomt wordt het hier ook warm.

We laten de tent staan. Bij het Rangerstation (wifi) geven we de route in. Verderop kan dat niet meer want daar hebben we geen gsm dekking meer. Soms ineens op een heuvel weer wel en dan stromen jullie reacties binnen. Leuk! Dan de camping uit, een paar mijl noord, naar de Skutumpah Road, een Dirtroad, zoals dat hier heet. Geen gravel, geen versteviging. Je rijdt op harde uitgedroogde klei. Als het regent wordt het als een ijsbaan, zo glad. Leni en ik hebben dat, zes jaar geleden door onderschatting, zelf aan den lijve ondervonden en toen liep het maar net goed af.

Goed, vandaag is het droog en we rijden de Skutumpah Road naar Willis Creek, een slotcanyon van de gemakkelijkste categorie. Het risico zit in de Dirtroad, 8 miles ver het achterland in. Het begint al meteen met een klein stroompje waar we doorheen moeten, met meteen daarna een steile klim met washboards. Over de top is de weg vrij stenig, een kwestie van goed sturen om je banden te sparen. Die banden zijn onze vriendjes, ze moeten heel blijven en ons weer veilig thuis  brengen. Verderop,  zo zei de Ranger, zijn ook nog wat zanderige plekken. Daar houd ik mijn hart het meest voor vast.

Waarom ga je dan? Goeie vraag. Wandelen in slotcanyons is erg mooi en plezierig. Het is er altijd koel, ook op een bloedhete dag, en het gepolijste gesteente is wonderschoon..Zoek maar eens op: Antilope Canyon. Verder is het goed om af en toe iets te doen dat je niet helemaal durft, dat is goed voor je zelfvertrouwen.

Na zeven angstige mijlen, met een slakkengangetje van nog geen 10 km/u komen we aan op de Trailhead. We hebben nog een modderige kreek overgestoken en een zanderig stuk heelhuids gepasseerd. Aan het begin van de weg passeerden we nog een man in een 4WD, die zei: "If you get stuck, i'll come to pull you out, but you have a Chevy, so you'll be OK". Kijk, dit is ook Amerika. In afgelegen gebieden zijn mensen veel afhankelijker van elkaar dan bij ons, en zijn veel meer bereid elkaar te helpen. Dat vind ik mooi.

Op de Trailhead staan een paar gewone auto's. Dat is prettig.  Als zij het kunnen, kunnen wij het ook.

De canyon begint met een kleine waterval. Er stroomt wat water door de kreek: fijn, dan kunnen we altijd afkoelen. Verderop wordt de canyon dieper en mooier. Afhankelijk van de loop van de canyon is er al of geen zon. Hij slingert door de rode rotsen, afgewisseld door een open stuk en wordt verderop steeds dieper. Bij regen kun je geen kant uit.

We lopen anderhalf uur de kronkelende prachtige route, een feest voor een fotograaf. Af en toe komen we andere wandelaars tegen. We zouden nog verder kunnen maar het is mooi. geweest en we gaan terug. Dan pas realiseren we ons dat we de hele tijd aan het dalen zijn geweest. De terugweg is zwaarder.

Terug bij de auto weten we nu wat voor weg er voorons ligt en rijden we een stuk relaxter. In Tropic, 5 mile terug, neemt Leni een heerlijke koffie bij Bryce Canyon Inn Coffee Co. Ik beloon mezelf met een mango-smoothie. Goddelijk!

's middags lezen we wat en worden geprikt door kleine irritante mugjes. Bij de washokken laden we de telefoons op, altijd weer een gedoe.  Een spelleider komt aan ons vragen of we last hebben van de meisjes van een zomerkamp, die vlak bij een werpspel spelen. De kinderen zijn enthousiast en genieten van hun spel, leuk om te zien.

Om vier uur betrekt het en begint het te waaien. Ik zet de stormlijnen van de tent vast. Toch regen? Geeft niet, wij gaan uit eten! En door de wind waaien die rot- mugjes weg.

De Cottonwood Canyon Road hebben we dus niet gedaan. Je moet het lot niet tarten.

We eten bij Showdowns in Tropic. Het is onverwacht vol, erg vol. Gelukkig is er nog een tafel voor ons, vlak bij de country muzikant. We eten burgers, Leni met uienringen, ik met french fries. We zijn nog voor het donker thuis en steken de vuurkorf aan om de muggen te pesten.