16 juni 2024

24-Een wrede God

We klimmen midden op de dag een steil pad op langs gele rotsen.. We hebben eerst blindelings het uitgesleten foute spoor langs de rotshelling gevolgd, maar dat liep dood . Daarna beter gekeken en toen ontdekte Leni dat we omhoog moesten via een paar grote rotsen. We hebben elkaar omhoog getrokken en geduwd en zitten nu op de  smalle weg waarvan iedereen die de bijbel kent,  weet dat dat de  juiste weg is. Links een hete rotswand in de brandende zon, rechts een dieper wordende afgrond. Het pad is af en toe 30 cm breed. Over een smalle richel  langs een rots en dan wordt het pad breder. Maar niet koeler. Eigenlijk is het gekkenwerk. Het pad is niet lang maar er is vrijwel geen schaduw en geen wind. We pauzeren onder een enkele boom om even af te koelen. Dit is het verkeerde moment van de dag, maar nu zijn we hier.

Die ochtend zijn we om 6;30 opgestaan. Goed geslapen en niet koud. Bij het rangerstation in Escalante hoorden we dat het in Bryce National Park vannacht drie graden was. Daar stonden wij een paar dagen geleden ook.

Gisteravond ging de zon bloedrood onder, een teken van rook in de lucht. Inderdaad was er westelijk van ons een bosbrand, maar niets groots. We informeerden naar de restant van de "Hole In The Rock Road" een gravelweg die 64 km het achterland in gaat. De weg loopt richting Lake Mead, dat 150 jaar geleden nog een kronkelige canyon was. Mormonen op zoek naar godsdienstvrijheid werkten zich met houwelen en dynamiet door een rotswand heen om verder te kunnen naar hun beloofde land. Vandaar Hole In The Rock.

We wilden langs die weg wat slotcanyons gaan bekijken. De  camphost zei: don't do it, een andere campeerder beaamde het en later de Ranger ook: "Too Washboardy".wij wilden niet verder dan 16 km gaan, maar 16 km hobbelen in een gehuurde auto trok ons niet aan. Als een inwoner zegt:: Don't do it, dan luisteren we. Daarom het plan geschrapt en in Escalante bij Escalante Outfitters eerst een lekkere koffie gedronken. Ze bleken ook tentplaatsen en Cabins, een soort blokhutten te hebben. Cabins zijn doorgaans goedkoper dan een hotel.

Vraagt de dame achter de bar: "Where you're from?", de gebruikelijke vraag. Op ons antwoord antwoordde zij: I'm from Germany. 20 jaar gelden was ze met een bluesband op tour door Esacalante gekomen en was direct getroffen door de woeste schoonheid van de omgeving. . TIen jaar later was ze weer langsgekomen, had er haar huidige man ontmoet en was gebleven, vanwege de liefde voor haar man, het landschap en de rust en ruimte. Ze zag er heel gelukkig uit.  Daarna boodschappen. Op de ruit van de winkel een poster; als je 5-7 dagen per week samen met je kinderen eet, levert dat 30% minder alcoholisme op.

Verder oostwaarts. Het landschap wordt steeds steniger. De wegwerkers moeten de weg destijds zo op de Bedrock hebben kunnen leggen. Alles is hier steen in alle tinten rood tot geel. Een woeste schoon- heid. We kunnen hier in deze prachtige woestijn alleen maar verkeren in de veilige cocon van een auto met airco. Ik denk aan de pioniers die hier destijds met hun ossekarren en vrouwen en kinderen doorheen trokken in deze verzengende hitte (het waait gelukkig weer) met heel weinig water. Het moeten taaie mensen geweest zijn.

In een bocht van de weg en een meander van de Escalante River is, midden in de leegte,, als een oase, het Kiva Coffeehouse. Dom als je hier niet stopt. Lekkere koffie, sapjes en een fantastisch uitzicht. Als je stopt op de parking, boven op de berg, denk je: Waar is het coffeehouse, maar je moet eerst een trapje af. Het is gebouwd tegen de zijkant van de berg.

We zitten nu midden in Utah, genoemd naar de Ute, de Indianen die hier woonden. Vreemd, want in deze staat woonden ook Shoshone Paiute, en Navajo. De meeste Ute leefden in wat nu Colorado heet.

Slecht geïnformeerde bezoekers uit Europa denken dat Amerikanen weinig geschiedenis hebben, hun land is immers nog zo jong, maar onze ervaring is, dat er overal monumenten en herdenkingsplaatsen zijn waar iets over een belangrijke gebeurtenis uit het verleden wordt herdacht, waarbij ik de kanttekening moet plaatsen dat als het gaat om Indianen tegen blanken,  Amerikanen niet zelden kritisch naar hun eigen verleden kijken.

Je kunt ook zeggen: "In Amerika zijn nauwelijks oude steden, kerken of kastelen. Er zijn weinig zichtbare tekens van vroegere bewoning. Dan kijk je niet goed. Hier in de canyons van zuid Utah zijn nog overal rotstekeningen en rotswoningen van soms 1000 jaar of ouder. Het zijn er zoveel dat je ze op eigen houtje kunt bezoeken en bekijken. Er staat geen hek om. Het enige wat je kunt aantreffen is een bordje met:: Neem alsjeblieft geen voorwerpen mee en ga de grotwoningen niet in.

Na deze ellenlange inleiding terug naar onze wandeling. We waren op weg naar drie tableaus met indiaanse rotstekeningen. Helaas was het tijdstip slecht gekozen en er was nauwelijks schaduw. Ik merk dat, nu ik ouder word, ik slechter tegen die brandende hitte kan. Leni kan dat beter. Met het einde in zicht zijn we omgekeerd. Het was nog een km naar de rotswand, maar er was absoluut geen schaduwplekje meer te vinden. Als ik omval is het voor Leni een hele klus om me beneden te krijgen in dit eenzame gebied. Jammer maar je kunt dit risico niet lopen.

De camping, 4 mile verder was belachelijk vol en daarom zijn we doorgereden.Als ik langs de weg stop om een foto te maken, stop een andere auto, draait de ramen omlasg en vrasgt: " Are you ok?"Ondenkbaar in Nederland. Op een uitzichtpunt stopt een groep bikers: leer, bandana, baarden, tatouages, geen helm. We rijden zeker drie kwartier over een heuvelrug met links en rechts alleen maar steen. In de diepte water: de canyon van de Escalante rivier. Tussen gele  rotsen staan in spleten her en der wat verloren naaldbomen en jeneverbessen. Vaker hebben ze het loodje gelegd en staan ze met hun donkere dode takken als armen omhoog naar de hemel, als verwijt aan een wrede God, die hen liet ontspruiten maar niet liet leven.

Door naar het gehucht Boulder. We staan nu op een BLM camping aan de BurrTrail, ook al zo'n Mormonentrail. Dezeweg is gelukkig geasfalteerd, de eerste 40 km althans.  Daarna wordt het weer dirt.

Ik loop nu met ontbloot bovenlijf bij de tent. Zodra een anderekampeerder aan kom doe ik een t-shirt aan. Het is hier voor mannen, behalve dan aan het strand, erg ongebruikelijk om zo rond te lopen en ik voel me daarom ook een beetje schuldig. Met die warmte helpt het om wat af te koelen maar ik zi het geen enkele man doen. Anderzijds zegt ook niemand dat ze er aanstoot aan nemen. Ze zullen wel horen dat we buitenlanders zijn en die zijn nu eenmaal anders.

We zitten heerlijk op een koele plek onder een boom. Er is een campingtafel,  een vuurkorf, een chemisch toilet maar geen douche. We staan langs een vuurrode rotswand waar af en toe hagedissen en chipmunks langsrennen.