24 juni 2024

33-Dulce Base

Bloomfield is net als Farmington, 40 km westelijker, een treurige plek. Een raster van straten maar geen sfeer, geen hart. Wittige woestijnkle,  kaal en veel fastfood.

De camping in Bloomfield was echt slecht. Het sanitair was verwaarloosd, een aantal douches buiten gebruik en wc deuren konden niet op slot. Het tentgedeelte had geen gras zodat we de tent moesten opzetten op de modder van de regen van de afgelopen dagen. Verder was er een familie Flodder die met het hele gezin barbecuede, bier dronk en later marihuana rookte. Het gepraat en gelach ging tot 04:00 door. Desondanks nog niet eens zo slecht geslapen.

Er staan op deze camping vooral RV's, die wij campers noemen.  Hier is een camper iemand die kampeert. Veel RV 's hebben de lengte van een flinke autobus, maar er zijn ook RV opleggers, die getrokken worden door pickuptrucks met een speciale trekinstallatie in de achterbak. Die opleggers zijn nog langer en tegenwoordig vaak voorzien van delen die 30 cm of meer kunnen uitschuiven waardoor de binnenkant nog groter wordt. Ze hebben een woonkamer, slaapkamer en badkamer. Overigens begrijp ik niet waarom iemand met zo'n min of meer zelfvoorzienend voertuig überhaupt op een camping zou gaan staan, en dan nog wel zo'n lelijke. 

Om half acht zijn we weg. In Bloomfield is geen espresso te krijgen. We rijden door naar Blanco. Het is zondag. De parkeerplaats voir de kerk staat vol. De petroglyps die ik wilde bekijken liggen ver in het binnenland via zandwegen en daar durf ik nu na die enorme regen niet overheen. We moeten door twee washes die hier Arrojo's heten. Alles staat nog vol water of erger, modder. 

Voorbij Blanco wordt het landschap veel mooier. De rode rotsen zijn hier geel maar worden afgewisseld door toenemende bebossing. Verder is het stil en leeg. Geen huizen, geen auto's, niets. Ik kijk op de brandstofmeter, maar het moet kunnen. Weer dat gevoel:  hier alsjeblieft geen pech of lekke band. Op weg naar het dorpje Dulce in noordoost New Mexico komen we acht auto's tegen. Het landschap is er hardgroen en bebost  berggebied met brede dalen.Langs de weg om de kilometer fracking installaties om  schaliegas opmoog te halen. Stoken wij momenteel in Nederland dit gas als vervanger van het Russische? Dulce is Indianengebied. Ruim uiteenstaande lage huisjes zonder een echte kern, of het moet de benzinepomp, de supermarkt en het "Stamcentrum" zijn. We tsnken en kopen ijs voor de koelbox. Hier is ook geen koffie te krijgen.

Er gaat een cmplottheorie dat er onder Archuleta Mesa bij Dulce, een ondergrondse basis ( Dulce Base) is waar Aliens een genetisch laboratorium hebben waar ze experimenten doen met mensen. Ten noorden van de stad zou een berghelling kunnen openen om ruimteschepen in en uit te laten vliegen. We hebben ze niet gezien.

Verder door naar Chama. Buiten Dulce weer de wat rommelige huisjes met vooral veel oude afgedankte auto's er omheen, zoals we dat al eerder in New Mexico en Arizona in reservaatgebied hebben gezien. Ik kan het moeilijk duiden, maar neem aan dat het met armoede te maken heeft. Het is treurig om te zien; een overwonnen, terneergeslagen volk dat probeert op te krabbelen en zijn culturele waarden hoog te houden. Veel pickup trucks, nieuwe, oude en verroeste (bij huizen).

In  Chama Is er koffie, espresso nog wel, in een espresso en winebar.  Heerlijk. Chama ligt  op 2300 meter. De lucht is dan ook kraakhelder. Veel UV. Het is een miniem plaatsje met een twintigtal mooie huizen en een allerliefst stationnetje. Het zal hier s'winters koud zijn. Dan buigen we af naar het zuiden, richting Albuquerque. Het moet er toch een keer van komen. Woensdag vliegen we.

We staan nu op een camping met uitzicht op een meer, in Heron Lake State Park, een stille en mooie plek. De kampeerders  die hier stonden, trekken al weg, terug naar huis, want morgen moet er weer gewerkt worden.

We voelen ons een beetje schuldig want wij hebben een luie dag ingelast. We lezen wat, kijken naar het meer en wandelen zelfs niet. Leni geniet van de vogelgeluiden. Als de muggen opkomen steken we een vuur aan. Aan het eind van de middag komt er een korte regenbui langs en we schuilen weer in de auto.
Later trekken de buien over het meer weg. 'sAvonds blijven ze hangen boven de verre Rocky Mountains. Het licht doet denken aan de regenluchten van Schotland en Ierland. De camping is verlaten. Afgezien van de camphost, een indiaan met een zonnebril, zijn we de enigen hier. Het eiland in het meer kleurt donker tegen de lichtere achtergrond. Vals licht valt op de verre rotswand. Een mooi en waardig afscheid.